Eerste hulp bij storing aan koel- en vriesapparatuur

• Zet geen warme producten in de vriezer of horeca koelkast. Hierdoor gaat de temperatuur in de koeling omhoog. Gebruik voor het snel terugkoelen of –vriezen een blastchiller of shockvriezer
• Zorg ervoor dat de koude lucht goed kan circuleren. Zet de koeling niet te vol, hou de bodem vrij, stapel niet te hoog en hou ruimte vrij aan de zijkanten van de roosters
• Beperk deuropeningen, hierdoor gaat zo min mogelijk koude lucht verloren. Werk eventueel met tussenkoelingen, zoals opzetkoelvitrines en koelwerkbanken
• Zorg ervoor dat de warme lucht goed afgevoerd kan worden. Hou ruimte rondom de apparatuur vrij voor een goede ventilatie. Zet bij voorkeur geen dozen op bovenkant van uw koel- en vriesapparatuur en hou de zijkanten zo vrij mogelijk
• Zorg voor een koele omgeving, vooral in de zomermaanden. Plaats koel- en vriesapparatuur niet in direct zonlicht, te dicht bij een warmte bron of in een te warme ruimte. Zorg voor voldoende aanvoer van koude lucht, bijvoorbeeld met behulp van afzuigventilators

• Reset de regelaar
• Haal de stekker eenmalig uit de koeling/spanning er af
• Raadpleeg de handleiding

Controleer het volgende voordat u contact met ons opneemt:

• Zit de stekker in het stopcontact?
• Brandt het controlelampje?
• Krijgt het apparaat stroom?
• Is er een zekering gesprongen?
• Is de aardlekschakelaar uitgeschakeld?

Circulatiegeluid, borrelend/sputterend/klotsend geluid

Elk werkend koelsysteem heeft een zeker geluidsniveau. Zeker een apparaat wat zwaar belast wordt door professioneel gebruik, zal meer geluid maken dan een koelsysteem wat u van “thuis”kent.
De geluiden zijn te omschrijven als een klotsend, ruisend of druppelend geluid. Deze geluiden worden veroorzaakt door het koelmiddel dat door het leidingsysteem circuleert. Deze geluiden zijn volkomen normaal, tenzij het om extreme geluiden gaat.

Compressorgeluid Zoemend/metaalachtig geluid/trillingen/bonken
De compressor is een motor die een pomp aandrijft. Dit zal een zoemend of pulserend geluid maken. Bij sommige apparaten is bovendien een ventilator in de behuizing ingebouwd voor de luchtcirculatie. Dit zorgt voor een wervelend of blazend geluid. Bij een scherp krakend geluid kan het gaan om het leidingsysteem dat uitzet en weer inkrimpt door het ontdooien of koelen/vriezen van componenten. Al deze geluiden zijn normaal. Vergeet niet dat een professioneel apparaat zwaarder wordt belast en dus meer geluid maakt dan een koelsysteem wat u “thuis” heeft staan.

Behuizingsgeluiden krakend/kloppend/klikkend geluid
Dit zijn geluiden door uitzetting bij ontdooien, een volkomen normale reactie tussen behuizing en verdamper. Tussen de onderdelen vindt een thermische expansie plaats. Maakt u zich geen zorgen. Het product werkt goed en het krakende/kloppende geluid is niet schadelijk voor de constructie of de prestaties. Het geluid kan meerdere keren per dag hoorbaar zijn.

Trillingsgeluiden Trillend/ratelend geluid
Kijk of het leidingsysteem aan de achterkant van het product de behuizing of de achterwand raakt. Dit heeft geen gevolgen voor de prestaties van het product. Controleer ook of er iets op het apparaat.

Klikgeluiden
De thermostaat die de compressor aanstuurt kan zachte klikgeluiden genereren als de thermostaat in- en uitschakelt.

IJsvorming
Thermostaat staat te koud.
Controleer de stand van de thermostaat.

Laat het apparaat volledig ontdooien, maak het schoon en stel opnieuw in werking met een minder koude temperatuur.

Condensvorming
Condensvorming kan meerdere oorzaken hebben. Temperatuur in het apparaat, temperatuur van de ruimte waar het apparaat staat, wel/geen luchtcirculatie in de ruimte waar het apparaat staat, grootte van de ruimte waar het apparaat staat en de luchtvochtigheid van de ruimte waar het apparaat staat.

Houd de ruiten goed dicht, stel de juiste temperatuur in en let op de omgevingsomstandigheden.

Controleer de instellingen (gebruik hierbij de gebruikershandleiding)
Af fabriek staat de temperatuur instelling misschien niet ingericht zoals voor u gewenst. In de bijgeleverde gebruikershandleiding vindt u precies hoe u de temperatuur instelling kunt controleren en waar nodig zelf in kunt stellen.

Volg de stappen van de gebruikershandleiding

Warmte aan de buitenkant betekent kou aan de binnenkant
Diverse delen van de behuizing worden warm, terwijl ook de compressor tijdens bedrijf erg warm kan worden. Dit is echter geen storing. Op sommige plekken kan de temperatuur tot wel 100 °C oplopen. Tussen de deuren is bij sommige apparaten een verwarmingselement ingebouwd om condensatie op die plaats te voorkomen. Ook loopt er een leiding van de condensor aan de achterkant van het apparaat naar voren en rond de voorkant van de behuizing om de afdichting flexibel en goed sluitend te houden en om condensatie op de zijkanten van het apparaat te voorkomen. Alle warmte die op deze plekken vrijkomt, is warmte die aan de producten in het apparaat is onttrokken. Als het apparaat net gevuld is of als de deur niet goed dicht zat, zal de behuizing warmer aanvoelen dan normaal. Dit is alleen maar een teken dat het apparaat correct werkt.

Verstopte ontdooiingsslang
De slang voor de afvoer van het dooiwater is verstopt. Dit kan gebeuren als er verpakkingsmateriaal of voedsel tegen de koude verdamper komt en vastvriest. Bij het ontdooien zullen er stukjes van de verpakking of het voedsel met het dooiwater de slang in lopen, waardoor deze verstopt raakt.

Maak de afvoer (het kleine gaatje achter in de kast) schoon met een pijpenrager.

Vochtige lucht komt de vriezer binnen
IJsvorming in een vriezer komt altijd door vochtige lucht die in de vriezer binnendringt. Dit gebeurt bij normaal openen en sluiten, bijv. wanneer u iets in de vriezer doet of er iets uit haalt. Voor een optimale werking moet de vriezer dan ook regelmatig ontdooid worden.

Als er zich voortdurend ijs vormt, staat de deur misschien op een kier of zijn de laden niet goed dichtgeschoven, waardoor de deur niet goed sluit. Ook is het mogelijk dat de afdichting niet meer goed functioneren. Slechts in dit laatste geval is service noodzakelijk.

Kijk of de deur goed sluit en of deze eventueel na het sluiten omhoog schuift. 

De kast staat op een koude en vochtige plaats
Condensatie aan de buitenkant van de behuizing kan zich voordoen als het apparaat op een minder geschikte plaats staat, bijvoorbeeld in een onverwarmd bijgebouw.

Als de condensatie op grotere vlakken en op meerdere plaatsen op de behuizing optreedt, komt dit door de omgeving waar het product staat. Het kan zich ook voordoen na volledige renovatie/nieuwbouw, waar diverse wand- en vloerbekledingen nog niet volledig droog zijn.

Plaats het apparaat op een droge plaats bij kamertemperatuur.

De onderdruk in de kast moet worden opgeheven
De lucht in het product “krimpt” naarmate deze kouder wordt. Hierdoor kan een onderdruk ontstaan, waardoor de deur moeilijk open gaat. Als u de deur snel sluit, wordt er lucht naar buiten gedrukt en kan het een paar minuten duren voordat de onderdruk is opgeheven en de deur zonder veel kracht te zetten weer kan worden geopend.

Wacht een tijdje voordat u de deur opent.

Het product staat in een koude ruimte
Kleinere koelvriescombinaties hebben vaak maar één thermostaat en één compressor. De apparaten werken optimaal bij een omgevingstemperatuur vanaf +10 °C. Als de omgevingstemperatuur langere tijd onder +10 °C komt, zal de temperatuur in het vriesvak gaan stijgen. Dit komt doordat de temperatuur in het koelvak, waar de thermostaat zit, onder de normale temperatuur blijft (+5 °C).

De reden hiervoor wordt gevormd door de grote intervallen waarin de compressor niet werkt.

Ga na of het product in een koude omgeving staat, bijvoorbeeld een onverwarmd(e) keuken of bijgebouw. Als dat het geval is, is dat waarschijnlijk de oorzaak van het probleem. Het product is niet geschikt voor plaatsing in deze omgevingen en moet worden verplaatst naar een plek met een hogere omgevingstemperatuur.

Gemorste vloeistof in afdichting
Er is iets in de afdichting aan de onderkant van de deur of onder de strip rond het schap gelopen.

Maak de afdichting schoon. Haal de roosters eruit en demonteer de strips. Maak de binnenkant van de strips goed schoon.

Voedselresten in de ontdooibak achter in de kast
Voedsel dat tegen de achterwand komt, vriest vast tegen de achterwand. Als het ijs smelt en in de afvoeropening loopt, zullen er kleine stukjes voedsel meekomen. Deze wordt vervolgens verwarmd in de ontdooibak op de compressor en gaan dan vies ruiken.

Trek de kast naar voren en maak de ontdooibak aan de achterkant van de kast schoon.

Sterk geurende voedingsmiddelen geven geur af aan hun omgeving
Voedingsmiddelen zoals bijv. citroen, ui en gerookte producten kunnen geur afgeven aan de koelkast zelf en de overige voedingsmiddelen kunnen ernaar gaan smaken.

Verpak sterk geurende voedingsmiddelen lucht- en geurdicht.

Plaats sterk geurende voedingsmiddelen niet in de buurt van producten zoals melk, eieren en kaas, die heel snel geuren van andere voedingsmiddelen opnemen.

Koelmiddelen kunnen nooit gaan stinken
De koelmiddelen zijn reukvrij en als ze eruit sijpelen, zal het apparaat niet meer kunnen functioneren.

• Zorg dat het apparaat spanningsvrij is tijdens het uitvoeren van onderhoud
• Reinig de condensor ten minste één keer per drie maanden met een zachte borstel. Stof en vet zorgen voor slecht koelresultaat en levert bovendien brandgevaar op
• Reinig de binnen- en buitenkant met een katoenen doek en neutrale reinigingsmiddelen
• Reinig de afvoer en de lekbak van de koeling
• Maak de deurrubbers schoon met een vochtige doek
• Controleer op goed sluitende deurrubbers en vervang kapotte deurrubbers op tijd. Dit zorgt voor een goede afdichting waardoor er geen koude lucht kan ontsnappen.
• Is er sprake van ijsvorming? Ontdooi de koeling en controleer de deurrubbers nog eens extra
• Reparaties en koeltechnisch onderhoud mag alleen door een erkende monteur worden uitgevoerd